Minderhedendecreet wordt Integratiedecreet

23/01/2009 - Op voorstel van minister van Inburgering Marino Keulen heeft de Vlaamse regering vandaag principieel het voorontwerp van integratiedecreet goedgekeurd. Dit voorontwerp wijzigt het minderhedendecreet uit 1998 fundamenteel. 

Het maakt komaf met de tweedeling tussen autochtonen en allochtonen die dit minderhedendecreet bevatte, het stemt de visie op het integratiebeleid af op de visie op het hervormde inburgeringsbeleid, het vertrouwt de regie voor het lokale integratiebeleid toe aan de gemeentebesturen en het bouwt de sociale tolk- en vertaaldiensten op een structurele wijze uit.

De voorbije jaren heeft minister Keulen de klemtoon gelegd op het nieuwe inburgeringsbeleid, dat vandaag helemaal op kruissnelheid zit. Zo volgden in 2008 15.000 mensen een cursus Nederlands, loopbaanoriëntatie (VDAB) en maatschappelijke oriëntatie. Met een nieuw inburgeringsdecreet, inwerkingsdecreet, decreet volwassenenonderwijs, een nieuwe wooncode en een vernieuwd decreet Huizen van het Nederlands, werd het regeerakkoord inzake inburgering en diversiteit helemaal uitgevoerd.

Het nieuwe voorontwerp van integratiedecreet sluit hierbij aan maar gaat al verder dan in het regeerakkoord was overeengekomen. "We hebben eerst de focus gelegd op een beleid dat de individuele bagage geeft aan een nieuwkomer om aan te sluiten bij onze samenleving. Het integratiebeleid moet nu het samenleven in diversiteit in wijken en dorpen, in verenigingen en op werkvloeren, zo harmonieus mogelijk laten verlopen", zegt Marino Keulen.

Weg met etiket "allochtoon"

In het nieuwe voorontwerp werd het woord ‘allochtoon' geschrapt. Het integratiebeleid richt zich tot alle Vlamingen, van welke origine ook. Het beleid vertrekt van de zienswijze dat iedereen inspanningen moet leveren voor het welslagen van een samenleving in diversiteit.

De reikwijdte van het decreet wordt dus verbreed naar de gehele samenleving maar besteedt wel nog bijzondere aandacht aan Vlamingen die bij de geboorte geen Belg waren of van wie minstens één van de ouders bij de geboorte geen Belg was. Uit statistische vaststellingen blijkt dat er nog bijzondere doelgroepen zijn van Vlamingen met minder (start-)kansen op terreinen als werk of onderwijs. Het integratiebeleid neemt deze Vlamingen met vaak wortels in andere culturen als doelgroep, zonder deze mensen een etiket op te kleven zoals het minderhedendecreet dat wel deed met de definitie van een ‘allochtoon'.

Integratie versterkt inburgering

Met het nieuwe inburgeringsbeleid dat tijdens deze legislatuur uitgewerkt werd en nu op kruissnelheid is, wordt de eerste belangrijke stap gezet in het integreren van nieuwkomers in Vlaanderen. In hun inburgeringstraject leren nieuwkomers Nederlands, krijgen ze maatschappelijke oriëntatie en worden ze begeleid naar de arbeidsmarkt. Na het afwerken van dit "primaire inburgeringstraject" is de integratie van de nieuwe Vlamingen echter nog niet afgelopen.

Het nieuwe ontwerp van integratiedecreet maakt van de integratiesector een scharnier voor de "secundaire inburgering". Na het behalen van een inburgeringsattest zorgt de integratiesector voor de doorstroming van de nieuwe Vlaming naar voorzieningen die zijn verdere integratie, emancipatie en opleiding kunnen verbeteren. Zo kunnen lokale integratiediensten initiatieven nemen om de taalachterstand van kinderen van nieuwe Vlamingen in het onderwijs zoveel mogelijk te helpen verminderen door bvb. huiswerkbegeleiding. Ze kunnen in extra taalonderricht voorzien of ondersteuning bieden aan de ouders bij oudercontacten of de deelname van de ouders aan buitenschoolse activiteiten stimuleren. De integratiediensten kunnen zich inspannen om andere (semi-)overheidsdiensten ertoe aan te zetten hun dienstverlening voor iedereen zo toegankelijk mogelijk te maken. En in de dertien Vlaamse centrumsteden kan de rol van de integratiedienst ook uitgebreid worden met die van een meldpunt Discriminatie.

Gemeente krijgt regie

De regie voor het lokale integratiebeleid komt bij de gemeentebesturen te liggen. Het ligt immers voor de hand dat een integratiebeleid voor een kosmopolitische stad als Antwerpen geheel anders moet zijn dan dit voor een plattelandsgemeente. Dit gaat gepaard met een sterke planlastvermindering (een afschaffing van boekwerken als de omgevingsanalyse, meerjarenplan, jaarverslag, ...) en de invoering van concreet meetbare doelen (bijvoorbeeld: meer diversiteit in het verenigingsleven), waarvan de realisatie mee bepalend is voor de verdere financiering van de dienst.

Het nieuwe voorontwerp geeft tenslotte een structurele verankering aan de sociale tolk- en vertaaldiensten, die tot dusver met jaarlijks te hernieuwen subsidies werkten. Hiermee erkent de Vlaamse overheid dat nieuwe Vlamingen die Nederlands aan het leren zijn of net een basiscursus hebben gevolgd, nog vaak behoefte kunnen hebben aan taalondersteuning in de dienst- of hulpverlening. Zo kan Kind en Gezin tijdens de consultaties een beroep doen op de tolkentelefoon om een onvoldoende Nederlandskundige moeder te informeren over de toestand van haar baby, of de gemeente kan een toekomstige zaakvoerder via de tolkentelefoon nauwkeurige technische informatie geven over de nodige vergunningen.

De integratiesector telt overkoepelende Vlaamse diensten, acht (hoofdzakelijk provinciale) integratiecentra en 34 lokale integratiediensten. Hij stelt zo'n 225 voltijdse medewerkers tewerk en draait op een jaarbudget van circa 20 miljoen euro.

Meest Recente Posts

In de kijker

Contact

Hoe kan ik u helpen?

Heeft u vragen, opmerkingen of suggesties? Contacteer mij gerust.