Het decreet basisbereikbaarheid is donderdag goedgekeurd in de commissie
Mobiliteit van het Vlaams Parlement. Enkel oppositiepartijen Groen en sp.a onthielden
zich. Een reeks amendementen die zij nog ingediend hadden werden door de
meerderheid weggestemd. De fractie van CD&V overhandigde Vlaams minister
van Mobiliteit Ben Weyts (N-VA) donderdag voorafgaand aan de stemming een
taart, om daarmee haar bekommernis te tonen over het budget dat voorzien is
voor vervoer op maat.
"Deze
taart in de vorm van een bus is te klein, maar we geven de minister een reeks
ingrediënten mee om een grotere taart te bakken. Er is meer budget nodig voor
vervoer op maat op het platteland", zei CD&V-parlementslid Karin
Brouwers.
Met
het donderdag gestemde decreet wordt een einde gemaakt aan de tijd van de
basismobiliteit, waarbij iedere Vlaming op enkele honderden meters van zijn
deur een bus- of tramhalte moest hebben. Er wordt plaats gemaakt voor een meer
vraaggestuurde aanpak met inbreng van de lokale besturen. Het openbaar vervoer
wordt ingedeeld in vier lagen, Vlaanderen zelf krijgt vijftien vervoerregio's.
"We
hebben twee hoofddoelstellingen gehad", zegt Weyts. "Vraaggestuurd
tewerk gaan en mobiliteit meer van onderuit gaan opbouwen." Wat het
budgettaire plaatje betreft, countert de minister alvast de bezorgdheid.
"De gemeenten krijgen budgetten toebedeeld. Het gaat niet om plafonds,
maar moet eerder gezien worden als een klikfonds. The only way is up,
baby."
Het
decreet voorziet voorts onder meer ook in mobiliteitsmonitoring en
voortgangsrapportering. Concreet wil Vlaanderen gegevens verzamelen over
verkeersveiligheidsbeleid en de verkeersintensiteit van de verschillende
vervoersmogelijkheden en voertuigtypes. Dat moet toelaten om na te gaan of de
doelstellingen rond mobiliteitsplannen en verkeersveiligheid gehaald worden.
Open-Vld-Parlementslid
Marino Keulen noemde het decreet "een revolutie". "Het is niet
niks wat we hier doen. We zetten het model op zijn kop en vertrekken voortaan
vanuit de reiziger. De lokale besturen krijgen nu ook echt een stem."
Kritiek
kwam er van Parlementsleden Joris Vandenbroucke (sp.a) en Björn Rzoska (Groen).
Zij hekelden dat het mobiliteitsplan Vlaanderen er nog steeds niet is.
"Dat zou de bovenbouw moeten zijn van dit decreet, dat hierdoor nu een
beetje in het ijle blijft hangen. Er is nochtans veel nood aan een coherente
langetermijnvisie", aldus Vandenbroucke. Hij benadrukte ook dat mobiliteit
een basisrecht is en dat dit voor iedereen gegarandeerd moet worden.
Parlementslid
Annick De Ridder (N-VA) feliciteerde minister Weyts voor "dit
huzarenstukje". "Het belang van dit decreet kan moeilijk overschat
worden. Ik zou het historisch durven noemen."
Het decreet gaat nu ter goedkeuring naar de
plenaire vergadering.