In de commissie Mobiliteit en
Openbare Werken is vandaag de voortgang van de sneltramverbinding tussen
Hasselt en Maastricht besproken. Vlaams volksvertegenwoordiger Marino Keulen
(Open Vld) maakt zich zorgen over de evolutie van dit dossier: “De Nederlandse
partners hebben enkele probleempunten op tafel gelegd en Infrabel stelt dat er
geen geld voorzien is voor de afschaffing van de spoorwegovergangen in Bilzen
en Diepenbeek. De sense of urgency is
uit dit dossier aan Vlaamse zijde en daarom stelde ik hierover enkele vragen
aan bevoegd minister Weyts.”
Vragen bij de Nederlanders
Minister Weyts stelt dat de voortgang van de tramlijn belangrijk
blijft voor de Vlaamse Regering, maar dat men met aanbestedingen en
onteigeningen wacht totdat het bestemmingsplan van de gemeente Maastricht
afgerond is. Door de problemen aan Nederlandse zijde in de periode 2014-2015
heeft men de onteigeningen en aanbesteding on hold geplaatst. Op 22 mei zal de
minister samenzitten met de Nederlandse partners om alle problemen te bespreken.
De claim van het Rijk zag minister Weyts vooral als een aansporing naar de
gemeente Maastricht en de provincie Nederlands-Limburg toe. Echter, dit is een
interne zaak van de Nederlanders en hierin zal de minister zich niet bemoeien.
“De claim van staatssecretaris Dijksma om de subsidie van 37 miljoen
euro terug te trekken indien de tramverbinding niet gerealiseerd wordt voor
2020 is niet zo dwingend. Op dit punt zitten de minister en ik op dezelfde
golflengte, want de minister bevestigde mijn aanvoelen”, aldus Marino Keulen.
Infrabel
Wat het afschaffen van de overwegen betreft stelt de minister dat ook
hij verrast was door de communicatie van Infrabel. Zeker omdat de engagementen
aan Vlaamse zijde duidelijk zijn, maar de protocollen voor de spoorovergangen
in Bilzen nog niet ondertekend zijn. Voor Diepenbeek is dit wel het geval
(sinds 2008), maar nu stelt Infrabel dat er te weinig budget voorzien is.
Daarom zal minister Weyts volgende week de heer Lallemand van Infrabel zien en
ook een interministeriële conferentie samenroepen van de ministers van
mobiliteit om zijn federale collega Bellot te spreken hierover.
Werk maken van de onteigeningen
“Het is positief dat minister Weyts de komende weken gesprekken
aangaat met de verschillende partijen. Het Spartacusproject heeft nood aan een
nieuwe versnelling na de ondertekening van het addendum in december 2016.
Iedereen is en blijft overtuigd van de noodzaak van het project voor de mobiliteit
in Limburg. Aan Vlaamse zijde moeten we ondertussen werk maken van de
onteigeningen. Dit is complex en tijdrovend en hierin mogen we geen tijd
verliezen”, stelt Keulen vast.