Interpellatie over censuur en andere praktijken in bepaalde joodse scholen

03/11/2010 - Volgens Het VN-verdrag over de Rechten van het Kind moet onderwijs gericht zijn op “de zo volledig mogelijke ontplooiing van het kind, met eerbied voor de waarden van het land waar het woont en voor andere beschavingen dan de zijne of de hare. Met de inhoud van dit citaat kan een mens een hele leven toekomen. Dit is zuivere pedagogie.

In Vlaanderen zou daarover geen betwisting mogen bestaan

En toch. In Gazet van Antwerpen van 2 november jl. getuigen drie leerkrachten van een gesubsidieerde joodse school over “censuurcommissies” die bestaan en handboeken “binnenstebuiten keren”, dat verwijzingen naar “evolutieleer” en “seksuele opvoeding”, uit de schoolboeken worden verwijderd. Maar ook banale feiten als “ondergoed dat aan de wasdraad hangt” of “een vrouw met ontblote armen” kunnen blijkbaar niet door de beugel en worden weggestreept.

Onderwijs hoort jonge mensen voor te bereiden op een zelfstandig leven later. Daar hoort kennisoverdracht bij en sociale vaardigheden. Onze samenleving is veelzijdig. Waar alle soorten van mensen samenleven : mannen en vrouwen, gelovigen, anders-gelovigen en niet-gelovigen, autochtone Vlamingen en Vlamingen die hier pas zijn aangekomen, …. Zo’n samenleving kan maar bestaan als er respect is voor elkaar en voor de regels van de democratische rechtsstaat waarin men leeft.

In de vorige Vlaamse Regering was dat ook de basis waarop het toen nog nieuwe inburgeringsbeleid was gestoeld : wederzijds respect maar ook de rechtsstaat handhaven en zorgen dat iedereen meedoet.

Daar bestond toen een breed draagvlak voor. Ook nu nog, denk ik. Ook bij de Joodse gemeenschap. Ik heb dat ervaren toen we een nieuw handboek Maatschappelijke Orientatie lanceerden. Daarin wordt de nieuwe Vlaming op een aanschouwelijke manier getoond en uitgelegd hoe onze samenleving functioneert, zowel praktische info maar ook wettelijke regelingen. Dat gaat dus over de regeling rond de wekelijkse huisvuilophaling, als over de positie van de vrouw in onze samenleving, die gelijk is aan die van de man, maar ook over zaken als SOA’s en het feit dat hier mensen van hetzelfde geslacht wettelijk met elkaar kunnen huwen, …

Ultra-orthodoxe joden verzetten zich heftig hiertegen. Vooral het feit dat men deze cursussen verplicht moet volgen, in gemengde klassen bovendien. Aan de inburgeringsverplichting én de inhoud van de cursussen valt niet te ontkomen en er wordt bij onwettige afwezigheid gestraft met geldboetes. Heel wat joden hebben mij toen bezworen “niet” toe te geven aan de ultra’s in hun gemeenschap en door te zetten. Daaruit blijkt dat men niet mag veralgemenen maar anderzijds kunnen de stemmen in Gazet van Antwerpen niet ontkend of geminimaliseerd worden.

Last but not least wordt in Gazet van Antwerpen ook melding gemaakt van strafbare praktijken. Als ze waar zijn tenminste. Ik herhaal het citaat uit de krant “Toen ik op een dag bedenkingen uitte over het feit dat onze school steeds een positief inspectieverslag krijgt, werd me officieus meegedeeld dat die verslagen gekocht werden en dat we de juiste connecties op de juiste plaatsen hebben”. Dergelijk citaat waaruit omkoping blijkt, moet elke beleidsverantwoordelijke onmiddellijk tot actie nopen. Om de waarheid, wat die ook is, recht te doen! Vervolgens wordt in het betreffende citaat ook nog gemeld dat op Vlaamse leerkrachten enorme druk wordt gezet om leerlingen te delibereren en zo aan een A-attest te helpen - da’s intimidatie! - omdat dit anders nadelige effecten zou hebben op de huwelijkkansen van de betrokken leerlingen.

Deze laatste paragraaf bevat zoveel zwaarwichtige feiten dat onmiddellijke actie geboden is!
Volgende vragen voor de minister :
  1. Zijn de feiten de minister bekend? Ik bedoel hiermee de klachten over censuur in de leerboeken. Taboes op het bestaan van de evolutieleer en seksuele opvoeding. Zo ja, treedt de minister hiertegen op op basis van bv. de inhoud van de eindtermen? Zo neen, waarom niet?
  2. Heeft de minister met de betrokken leerkrachten contact gehad? In het krantenbericht wordt melding gemaakt dat de minister de leerkrachten zou ontvangen voor een gesprek? Heeft de minister contact gehad met de betrokken scholen?
  3. Hoeveel inspecties heeft de onderwijsinspectie gedaan vanaf het jaar 2000 tot nu, in de joodse gesubsidieerde scholen? En in joodse privéscholen?
  4. Wordt er op basis van de geuite klachten nu meer gecontroleerd in de joodse scholen?
  5. Klopt de bewering dat “inspectieverslagen gekocht werden/worden”, zoals de leerkrachten in Gazet van Antwerpen beweren? Worden deze klachten onderzocht? Door de onderwijsinspectie en/of door het Parket?
  6. Worden Vlaamse leerkrachten onder druk gezet om om leerlingen positief te delibereren, zoals beweerd in het krantenstuk? Gebeurt hier onderzoek naar en door wie? Wat is hiervan aan?

Meest Recente Posts

In de kijker

Contact

Hoe kan ik u helpen?

Heeft u vragen, opmerkingen of suggesties? Contacteer mij gerust.